Safaripark Beekse Bergen begint binnenkort met het aanpassen van het cheetaverblijf bij de autosafari. De dierentuin wil af van het autoverkeer tussen de roofdieren, na meerdere incidenten met bezoekers. Voor het eerst deelt de dierentuin meer details over de verbouwplannen.
Op dit moment rijden auto’s nog door het verblijf van de cheeta’s. Maar dat is straks verleden tijd. Bezoekers stapte de afgelopen jaren herhaaldelijk uit, ondanks duidelijke waarschuwingen. “Om incidenten te voorkomen en cheeta’s de beste leefomgeving te bieden, hebben we gekozen voor een aanpassing van de autosafari”, laat het management van de dierentuin weten.
Het nieuwe ontwerp bestaat uit een diepe gracht als natuurlijke afscheiding. Die wordt 2,5 meter diep en meer dan 100 meter lang. Vaste ontwerper Rick Merkx is bij het project betrokken: “Door slim gebruik te maken van hoogteverschillen en zichtlijnen blijft de safaribeleving intact. Je ziet als bezoeker nog steeds roofdieren op relatief korte afstand, wat een unieke ervaring blijft.”
Ook het verblijf zelf wordt vernieuwd. Er komen heuvels waar de katachtigen op kunnen klimmen om overzicht te houden. Daarnaast komen er verwarmde schuilhutten, beschutte plekjes en boomstammen waarop de dieren hun geursporen kunnen achterlaten.
Verblijf straks geschikt voor jonge cheeta’s
De dierentuin is beheerder van het Europese fokprogramma (EEP) van de cheeta en houdt de soort in meerdere verblijven in het park. Beekse Bergen benadrukt dat door de aanstaande verbouwing, het verblijf in de autosafari ook geschikt zal worden om jonge cheeta’s in te huisvesten. De werkzaamheden starten naar verwachting op korte termijn. Beekse Bergen wacht nog op de benodigde vergunningen.