Het Dolfinarium krijgt voorlopig geen sancties omdat de dieren in het park onnatuurlijke kunstjes zouden doen. Volgens het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) overtreedt het Dolfinarium de regels rondom dierenwetten en haar dierentuinvergunning. Het Dolfinarium was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. Die geeft het Gelderse zeezoogdierenpark nu voorlopig gelijk.
In april werd bekend dat de shows in het Dolfinarium verschillende onnatuurlijke kunstjes bevatten. Dierenrechtenorganisatie Bite Back vroeg met een handhavingsverzoek aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om onderzoek te doen. De RVO stelde daarop twintig overtredingen vast en maakte daarbij gebruik van videobeelden van de activisten.
Staatssecretaris Jean Rummenie van LVVN legde het Dolfinarium een zogeheten last onder dwangsom op. Dat betekent dat het park boetes riskeerde die konden oplopen tot tienduizend euro. Volgens de staatssecretaris had het Dolfinarium met de onnatuurlijke kunstjes immers de dierentuinvergunning overtreden. Het park was het hier niet mee eens, maakte bezwaar en stapte naar de voorzieningenrechter. Intussen paste het Dolfinarium onder protest de shows aan.
Onvoldoende bewijs
Vandaag werd de uitspraak van die rechter openbaar gemaakt. Daaruit blijkt dat er onvoldoende bewijs is dat het Dolfinarium de regels van de dierentuinvergunning of het Besluit houders van dieren heeft overtreden. Volgens de rechter baseerde de staatssecretaris zich alleen op korte videofragmenten waarin deels onnatuurlijk gedrag te zien was, zonder rekening te houden met de volledige educatieve context. Onder bepaalde voorwaarden mag een dierentuin namelijk wel onnatuurlijk gedrag laten zien.
Als voorbeeld wordt in de uitspraak een zeeleeuw genoemd die zijn tong uitsteekt. Dat zou kunnen worden gezien als onnatuurlijk gedrag, maar dit blijkt noodzakelijk voor gezondheidscontroles. Ook mag dergelijk gedrag worden gebruikt om educatieve boodschappen over te brengen, aldus de rechter. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bezocht dezelfde shows in 2024 en concludeerde toen dat er geen overtredingen waren.
Proceskosten
De voorzieningenrechter heeft besloten het besluit van de staatssecretaris voorlopig te schorsen. Daarbij houdt de rechter rekening met de belangen die voor het Dolfinarium spelen. “Zowel voor wat betreft het op peil houden van de dieren als van de bezoekersaantallen en de kwaliteit van de dierpresentaties en educatie”, aldus een voorlichter. Daarnaast moet het ministerie 1.814 euro aan proceskosten betalen aan het park.