Een dierentuin in Brabant gaat een ongebruikt apenverblijf in het park verwijderen. Een aantal jaar geleden legde Dierenpark Zie-Zoo twee drijvende pontons in een grote vijver aan. Daar zouden bruinkopslingerapen op moeten gaan leven. Dat is echter nooit gebeurd.
“We zijn niet tevreden met hoe het er uit ziet”, leggen parkmanagers Stefan Halewijn en Tim van Laarhoven uit aan ZooFlits. In het water verschenen twee drijvende grote platen. Het werd omhuld met houten planken en een laag kunstgras. Daarop werden abstracte, metalen structuren geplaatst. Ze zijn met elkaar verbonden met touwen.
“De eilanden zijn niet van deze tijd”, biecht Halewijn op. “Buiten dat het er nogal onnatuurlijk uitziet, is het ook niet praktisch”. Naast het meer verscheen een toren dat als binnenverblijf voor de apen fungeert. “De apen zouden via een lang touw het water moeten oversteken. Dat durven onze apen niet. En hoe gaan we de apen naar binnen krijgen als ze er geen zin in hebben?”, zegt de parkmanager bedenkelijk.
Met een bootje
Ook arbotechnisch blijkt het verblijf ongeschikt. “Het waterniveau hier stijgt en daalt sterk. Daarom zijn het drijvende pontons en konden we geen eilanden aanleggen. Maar daardoor kun je ook geen bruggetje of iets onder water leggen zodat verzorgers er naartoe kunnen lopen. Dan zouden ze iedere dag in weer en wind met een bootje moeten gaan roeien. Dat is niks”, vult Van Laarhoven aan.
Aanstaand vertrek
De bruinkopslingerapen, waarvan er twee in Zie-Zoo verblijven, gaan weg uit de dierentuin. Ze verbleven eerst in een kooi in een oud parkdeel, dat op de schop gaat. Halewijn: “Een nieuw verblijf bouwen in het oude parkdeel zou teveel ruimte opeisen en past ook niet meer bij het thema dat we daar voor ogen hebben”
De bruinkopslingerapen verblijven daarom nu tijdelijk achter de schermen. “Er is nu een buitenlandse dierentuin die ze wilt hebben, maar dat moet ook besproken worden met het betrokken fokprogramma”, zegt Van Laarhoven. Wanneer de dieren exact vertrekken en de pontons verdwijnen, is nog onduidelijk.
“We vinden het jammer dat de soort weggaat. Ik ben wel verbonden met de apen. Ze herkennen je echt. Deze keuze is echt niet over een nacht ijs gegaan. Er is veel en hard – ook door vrijwilligers – aan de pontons gewerkt, maar soms moet je moeilijke beslissingen maken”, sluit Halewijn af.
















