Een kostbaar herintroductieproject van twee beloega’s in IJsland blijft moeizaam verlopen. Sea Life Trust, een stichting gelieerd aan de internationale aquariaketen Sea Life, wil al sinds 2019 twee beloega’s in een afgesloten baai in IJsland uitzetten. Dat mislukt alleen jaar op jaar. Deze week werd bekend dat een nieuwe introductiepoging opnieuw is uitgesteld.
Het moederbedrijf van Sea Life, Merlin Entertainments, nam in 2012 het Chinese aquarium Changfeng Ocean World in Shanghai over. Daar verbleven de twee vrouwelijke beloega’s Little Grey en Little White. De dieren werden op jonge leeftijd gevangen in Russische wateren en leefden sindsdien in het Chinese park.
Omdat Sea Life zich keert tegen het houden van walvisachtigen in gevangenschap, werd gezocht naar een alternatieve huisvesting. De keuze viel op Klettsvik Bay aan de zuidkust van IJsland. Naast het afzetten van een natuurlijke baai met separatiepennen werd ook een binnenbassin op het land gebouwd om de dieren tijdelijk op hun overgang voor te bereiden.
Verhuizingen met tegenslag
Na een complexe verhuizing uit China werden de dolfijnen in 2020 vanuit de loods naar de baai gebracht. Sea Life sprak van “een van de grootste ontwikkelingen in de verzorging en bescherming van walvissen en dolfijnen in gevangenschap in decennia.” Na enkele maanden werden de dieren echter alweer teruggehaald naar het binnenbassin op land. Volgens de stichting was dat beter voor hun welzijn met het oog op de naderende winter.
Een terugkeer naar de baai stond gepland voor het voorjaar van 2021, maar werd uitgesteld door de coronapandemie. In 2022 zou een nieuwe poging volgen. Maar alsof de duivel ermee speelde, werd die een paar uur van tevoren afgeblazen nadat een boot van gespecialiseerde duikers zonk in de beloega-baai. Door vrijgekomen olie, benzine en afval werd de omgeving tijdelijk ongeschikt voor de dolfijnen verklaard.
Derde poging
Maar de stichting gaf niet op. In april 2023 werd opnieuw geprobeerd de beloega’s over te plaatsen. Er werd een nieuwe, ronde afscheiding in de baai gebouwd, zodat de dieren nog beter stapsgewijs konden wennen aan het natuurlijke water. Maar na een ingrijpende verhuizing van de honderden-kilo’s-wegende dieren en maandenlange voorbereiding, ging het weer mis. Al na enkele weken werd een van de twee dolfijnen in de baai ziek, waarop besloten werd beide dieren terug te brengen naar het binnenbassin op het land.
Sindsdien verblijven Little White en Little Grey al sinds 2023 onafgebroken in de loods op het land. Deze week liet Sea Life Trust weten dat een nieuwe geplande verhuizing is uitgesteld tot het voorjaar van 2026. De afscheiding in de baai zou verder moeten worden aangepast. “We hebben veel geleerd over deze constructie en werken hard samen met technische experts om aanpassingen en verbeteringen door te voeren”, aldus de organisatie.
Toenemende zorgen
De aanhoudende vertragingen leiden tot toenemende kritieken. Volgers van het project op social media betreuren het dat de beloega’s lange tijd in het binnenbassin verblijven. In een wetenschappelijke publicatie begin dit jaar uitte Javier Almunia ook kritiek. Hij is de directeur van de Loro Parque Foundation, een stichting gelieerd aan het gelijknamige dierenpark op Tenerife met dolfijnen en orka’s. Volgens hem is het idee dat een natuurlijke omgeving voor zeezoogdieren uit gevangenschap automatisch leidt tot beter welzijn, iets wat in de praktijk niet opgaat.
Uit diezelfde publicatie, verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift MDPI, blijkt dat de dieren sinds hun aankomst in IJsland pijnlijk genoeg meer dan 90 procent van hun tijd in het binnenbassin hebben doorgebracht. Dat bassin is volgens het artikel kleiner dan 400 vierkante meter. “Deze overwegingen zetten vraagtekens bij de beslissing om walvisachtigen uit gevangenschap te verplaatsen naar mariene reservaten”, aldus Loro Parque-corifee Javier Almunia.
Eerste in zijn soort
Sea Life Trust benadrukt dat de opvang pionierend is en het de eerste is van haar soort wereldwijd. “Hoewel we hadden gehoopt de walvissen eerder naar de baai te kunnen brengen, laten we ons altijd leiden door hun behoeften”, stellen zij. De opvang van de twee beloega’s kost ongeveer 40.000 euro per maand. Veel Sea Life-vestigingen besteden in hun park aandacht aan het project, ondanks dat het tot nu toe allesbehalve succesvol is gebleken. In Nederland bevindt zich een Sea Life-aquarium in Scheveningen.