Nederland is een dierentuin armer. De afgelopen jaren hadden de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht een dierentuinvergunning. Er waren onder meer tropische vlinders, amfibieën en vogels te zien. Maar vanwege toenemende administratieve rompslomp ziet de organisatie nu af van de officiële dierentuinvergunning. Dat heeft grote gevolgen voor het aantal dieren in het park.
Veel Nederlandse bedrijven, organisaties en instellingen die langer dan zeven dagen per jaar meer dan tien exotische diersoorten aan het publiek tonen, zijn verplicht een dierentuinvergunning aan te vragen. Uitzonderingen gelden onder meer voor opvangcentra en dierenwinkels. Nederland telde lange tijd 59 locaties met zo’n vergunning.
Dat zijn er nu nog maar 58. “De regels voor de dierentuinvergunning zijn aangescherpt en we voldeden hier niet aan. We hebben er hard aan gewerkt om aan deze regels tegemoet te komen, maar dat bleek niet haalbaar”, laat een woordvoerster van het Utrechtse plantenpark weten na vragen van ZooFlits.
De nieuwe regels vereisen een nauwkeurige regeling en registratie, weet de voorlichtster. “De nieuwe eisen vragen ook van ons dat we dagelijks vlinders, rupsen en poppen tellen.” Maar ook dat bleek voor de instelling onuitvoerbaar. De tropische kassen zouden bovendien verouderd zijn, waardoor eisen zoals het meten van luchtvochtigheid niet haalbaar zijn.
Geen amfibieën en vogels meer
Zonder dierentuinvergunning mogen de Botanische Tuinen maximaal tien exotische diersoorten tentoonstellen. “Om dit te realiseren hebben we besloten om geen amfibieën, reptielen en vogels meer te houden. Voor deze dieren hebben we inmiddels een goed onderkomen gevonden”, legt de woordvoerster uit. Onder meer gifkikkers en roulrouls (patrijzen) vertrokken uit het park.
De beslissing om te stoppen zou al eind 2023 zijn genomen en er zijn ook geen plannen om in de toekomst opnieuw een vergunning aan te vragen. Men stopt echter niet helemaal met het tonen van exotische dieren. Vanaf deze zomer zullen er nog acht vlindersoorten te zien zijn in de speciaal daarvoor ingerichte Vlinderkas. “De focus ligt op Zuid-Amerika als leefgebied, in aansluiting op de planten die in de tropische kassen staan.”
Onder meer vlindersoorten zoals blauwe morpho’s, passiebloemvlinders en glasvlinders blijven in het park te zien. Het kan zijn dat bezoekers wellicht ook nog een gifkikker in de tropische kas tegenkomen. “Zodra we jonge kikkers aantreffen, verplaatsen we die ook naar een passende plek”, aldus de voorlichtster. Waar de dieren allemaal naartoe zijn verhuist, maakt het park niet bekend.
Toegankelijk voor publiek
De Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht worden in de eerste plaats gebruikt voor universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De collectie bestaat uit meer dan 10.000 plantensoorten uit de hele wereld. Er zijn ook diverse (sub)tropische kassen. Tussen 1 maart en 1 december is het park eveneens geopend voor het publiek. De entree bedraagt 10 euro voor een volwassene.